Oktober 2024
Aftrek van kosten voor bedrijfswagens en brandstof
Alle kosten die te maken hebben met een bedrijfswagen (onderhoud, reparaties, brandstof, enz.) zijn aftrekbaar op hetzelfde niveau als het voertuig zelf.
Sinds 1 januari 2020 is de aftrek voor bedrijfswagens lineair en wordt die berekend volgens de volgende formule:
120% – (0,5% x coëfficiënt x CO²/km)
Zoals je kan zien, bevat deze formule het concept van coëfficiënten. Wat betekent dit?
- Voor dieselwagens is de coëfficiënt 1.
- Voor aardgaswagens is de coëfficiënt 0,90, op voorwaarde dat het vermogen van het voertuig niet meer dan 11 fiscale pk’s bedraagt.
- Voor alle andere brandstoftypes en motoren is de coëfficiënt 0,95 (inclusief oplaadbare dieselhybrides).
Wat betreft het gebruik van CO²-waarden: sinds 1 januari 2021 is het mogelijk om te kiezen tussen de NEDC- of WLTP-waarde als beide vermeld staan op het certificaat van overeenstemming (CVO). Voor sommige PHEV-voertuigen zal de WLTP-waarde lager zijn dan de NEDC-waarde. In dat geval is het sinds 2021 mogelijk om deze lagere WLTP-waarde te gebruiken in de federale fiscale formules.
Sinds 1 januari 2021 is de aftrek voor elektrische bedrijfswagens verlaagd naar 100% (in plaats van 120%).
Alle rente-uitgaven die verband houden met autokosten zijn voor 100% aftrekbaar, op voorwaarde dat ze afzonderlijk op de factuur vermeld staan.
Voordeel van Alle Aard (VAA)
De referentiewaarde van CO²-uitstoot voor het jaar 2021 is verlaagd ten opzichte van 2020.
De referentiewaarde van CO²-uitstoot voor het jaar 2022 is verlaagd ten opzichte van 2021.
- Dieselwagens en oplaadbare dieselhybrides: daling van 84 g/km in 2021 naar 75 g/km in 2022.
- Benzinewagens, LPG- en CNG-wagens, hybrides en oplaadbare benzinehybrides: daling van 102 g/km in 2021 naar 91 g/km in 2022.
Deze verlaging van de referentiewaarden van de CO²-uitstoot zorgt ervoor dat het belastbaar voordeel toeneemt. De stijging kan aanzienlijk zijn, maar hangt af van het motortype. In het geval van een oplaadbare hybride met lage CO²-uitstoot zal het voordeel in 2022 niet stijgen of slechts licht toenemen.
Formule voor het berekenen van het voordeel van alle aard voor bedrijfswagens in 2022
- CW (cataloguswaarde) = catalogusprijs = prijs van de nieuwe wagen, verkocht aan een particulier, inclusief opties en effectief betaalde btw. Kortingen, prijsverlagingen of subsidies worden niet in aanmerking genomen.
- OC (ouderdomscoëfficiënt) = verouderingscoëfficiënt: deze verlaagt het VAA met 6% per jaar, tot een minimum van 70%.
Formule voor het berekenen van het voordeel van alle aard:
- Diesel: cataloguswaarde x [5,5 + ((CO²-uitstoot – 75) x 0,1)] % x 6/7 x verouderingscoëfficiënt
- Benzine, LPG, CNG, hybrides en pseudo-hybrides: cataloguswaarde x [5,5 + ((CO²-uitstoot – 91) x 0,1)] % x 6/7 x verouderingscoëfficiënt
- Elektrische wagens, waterstofwagens en echte oplaadbare hybrides (diesel en benzine): cataloguswaarde x 4% x 6/7 x verouderingscoëfficiënt
Het minimale percentage waarmee de catalogusprijs moet worden vermenigvuldigd, is 4%, en het maximum is 18%. Het minimale voordeel van alle aard, dat € 1.370 bedroeg, is in 2022 gestegen naar € 1.400.
De stijging van het voordeel van alle aard beïnvloedt ook het deel van het voordeel dat door de werkgever moet worden betaald, wat vandaag 17% of 40% van het voordeel van alle aard bedraagt, afhankelijk van of de werkgever een tankkaart verstrekt of niet.
Oplaadbare hybrides en pseudo-hybrides
Om in aanmerking te komen voor de voordelige aftrek, moeten oplaadbare hybride bedrijfswagens aan twee strikte voorwaarden voldoen:
- Accucapaciteit van minimaal 0,5 kWh;
- De CO²-uitstoot mag niet meer dan 50 g/km bedragen.
Het gewicht van het voertuig verwijst naar de massa van de auto, gevuld met 90% van alle vloeistoffen en met een bestuurder (75 kg).
Voor deze pseudo-hybrides is de negatieve impact aanzienlijk, zowel wat betreft het voordeel van alle aard als de CO²-uitstoot van het betreffende voertuig.
Als het overeenkomstige voertuig niet bestaat, worden de opgegeven CO²-uitstoot van de oplaadbare hybride vermenigvuldigd met 2,5.
Solidariteitsbijdrage
De solidariteitsbijdrage is een verplichte maandelijkse bijdrage die de werkgever moet betalen wanneer hij een bedrijfswagen ter beschikking stelt van zijn werknemers. Deze bijdrage is bedoeld om de sociale lasten te dekken en komt bovenop andere belastingen en bijdragen die verband houden met het gebruik van bedrijfswagens.
De belangrijkste aspecten van de solidariteitsbijdrage zijn:
- Doel: Het is bedoeld om sociale programma’s te financieren en de fiscale voordelen die werknemers genieten door het gebruik van bedrijfswagens te compenseren.
- Berekening: De hoogte van de solidariteitsbijdrage hangt af van de kenmerken van de auto, zoals het type brandstof en het CO²-uitstootniveau. Over het algemeen geldt: hoe hoger de CO²-uitstoot, hoe hoger de bijdrage.
- Verantwoordelijkheid van de werkgever: De bijdrage wordt betaald door de werkgever die de bedrijfswagen ter beschikking stelt van zijn werknemer.
De formule voor
Benzine (inclusief hybrides en oplaadbare benzinehybrides):
- Bekende CO²: [(CO² x 9 EUR) – 768] / 12 x 1,3525
- Onbekende CO²: [(182 x 9 EUR) – 768] / 12 x 1,3525 = € 98,06
CNG/GPL:
- [(CO² x 9 EUR) – 990] / 12 x 1,3525
Opmerking: Voor LPG moet de CO²-uitstootwaarde van de benzinewagen vóór de ombouw worden gebruikt.
Elektrische wagens en waterstofwagens betalen altijd een minimale solidariteitsbijdrage van € 28,17 per maand.
De formule voor de bijdrage van de werkgever in 2022 op CO²-uitstoot is geïndexeerd naar 1,3525 in plaats van 1,3222, en de minimale bijdrage is gestegen van € 27,54 per maand naar € 28,17 per maand.